“Laat hen allen één zijn”.

“Laat hen allen één zijn”.

4 november 2022 Nieuws 0

 

Preek over Johannes 17 tijdens de bidstond.

Hieronder kunt u de preek lezen die ds. Melle Oosterhuis gehouden heeft tijdens de bidstond die voorafging aan de openingsvergadering van de LV/GS.

Liever als download? Klik hier.

Lezen 1 Korintiërs 1:10-13; 1 Korintiërs 12:4-7; 20-21; 31.
Preek over Johannes 17:21-23.

Gemeente hier in Zoetermeer, door Christus geliefd, gasten, speciaal die zusters en broeders die vanuit hun kerken zijn afgevaardigd naar de komende landelijke vergadering en generale synode, belangstellenden, ook u die deze bidstond via livestream volgt!

Een weerkerend thema in de kerkgeschiedenis is kerkscheuring; scheuringen die de kerk in de wereld tot een aanfluiting maken. Dat is precies waar Jezus in de nacht van zijn verraad bang voor was: dat scheuringen schade zouden doen aan de redding die Hij door zijn kruisdood ging bewerken, kerkscheuring op allerlei niveaus en in alle culturen. Kerkelijke eenheid lijkt in een in zonde gevallen wereld een te hoog gegrepen ideaal. Niet voor niets kreeg kerkelijke eenheid een plaats in Jezus’ hogepriesterlijke gebed in de nacht waarin Jezus Zich ervan bewust was dat Hij binnenkort gevangen genomen zou worden en daarmee weggerukt zou worden uit de kring van de leerlingen. Hij kende zijn leerlingen goed genoeg om te weten wat dat met hen zou doen. Nog kort tevoren, aan de Paschatafel, hadden ze met elkaar geruzied over de vraag wie van hen de grootste was. Hij had ze nog moeten waarschuwen: Vorsten voeren heerschappij. ’Laat dat bij jullie niet zo zijn. De belangrijkste bij jullie moet de minste worden en de leider de dienaar.’ En wie de Bijbel doorleest komt erachter dat de discipelen geen uitzondering waren. Het is zo’n kenmerk van de zonde: hoogmoed: ‘Ik ben de meeste …’ Al vanaf het eerste uur van de zonde: een god te willen zijn, gelijk aan God.

Je herkent het ook in Paulus’ eerste brief aan de gemeente van Korinte: waarschuwingen voor onderlinge verwijdering. Daar gaven de omstandigheden in die gemeente blijkbaar aanleiding toe. Je leest het in het eerste hoofdstuk van de brief. De een zwoer bij de ene leider en een ander bij zijn favoriete kopstuk: ik ben van die en ik ben van die! En dat is in het algemeen geen signaal van nederige onderwerping. Het verraadt eerder koppige hoogmoed: dacht je dat ik me door die of die laat gezeggen!? Het vervolg van de brief maakt dat ook heel duidelijk. Er deed zich onderlinge rivaliteit voor in de gemeente in Korinte: de neiging om te streven naar een hoge, invloedrijke positie in de kerk, en daarmee ook de neiging om diegenen die een bescheiden plek in het kerkelijk leven innamen te minachten. En daar bleef het niet bij. Het vertaalde zich ook naar de erediensten van de gemeente; lees hoofdstuk 14. Er heerste rivaliteit, indruk maken op andere leden. Een sfeer van haantje de voorste. Met profetie of tongentaal de ander het zwijgen willen opleggen.

En nogmaals: je kunt je van deze waarschuwingen niet afmaken met de gedachte: ja, maar die discipelen, dat was me ook een stelletje, en die gemeente van Korinte, daar konden ze er ook wat van. Als je dit allemaal leest in de Bijbel, dan word je bang voor jezelf. En terecht! Heel de kerkgeschiedenis geeft je gelijk! De breuk die zich in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in de jaren zestig voltrok, is er één in een eeuwenlange reeks van scheuringen … Een veel kortere reeks is die van hereniging van kerken die zich ooit van elkaar hadden afgescheiden. En toch, houd moed, ook daar is een reeks van. Het heeft zich in de kerkgeschiedenis meer dan eens voorgedaan. Kerken vonden elkaar weer, na kortere of na langere tijd. Op allerlei niveaus: lokaal, regionaal maar zelfs mondiaal.

Ik wil graag met u stilstaan bij een voorbeeld van dat laatste: de toenadering tussen de Oosters-orthodoxe kerken en de Rooms-katholieke Kerk, ruim duizend jaar na Jezus’ hogepriesterlijk gebed en na Paulus’ brief aan de Korintiërs. In 1054 kwam het na een eeuwenlang proces van vervreemding en vijandschap tot een tweedeling tussen de Oosterse en de Westerse Kerken. Niet maar gewoon een scheiden van wegen, nee, over en weer deden de Oosterse en de Westerse kerken elkaar in de ban: een wederzijdse collectieve excommunicatie. In de eeuwen daarna was er een uiterst vijandige onderlinge verhouding. Tijdens de kruistochten kruisten de wegen van Oost en West elkaar, waarbij het tot bloedige gevechten kwam en verovering van elkaars steden en grondgebied, een bezegeling van de excommunicatie als anticipatie op het eeuwige oordeel. Maar ooit zou het tij keren, na eeuwen die de volkeren door elkaar hebben geschud en tot bezinning en zelfreflectie hebben gebracht. In 1965 werd op het Tweede Vaticaanse concilie de wederzijdse excommunicatie ingetrokken. Oost en West erkenden weer elkaars sacramenten. En vanaf die tijd is ook met vallen en opstaan gestreefd naar herstel van de breuk en naar kerkelijke hereniging. Bekend is uit die tijd de uitspraak van paus  Johannes Paulus II: ‘Wij kunnen als christenen, of liever gezegd katholieken niet met één long ademen. We hebben twee longen nodig, de oosterse en de westerse long!’

Ik beluister daarin een twee millennia oude echo uit Paulus’ brief aan de Korintiërs. ‘Je denkt toch niet dat Christus’ lichaam verdeeld is: één long Oost en één long West.’ Ik beluister zelfs een aanscherping van Paulus’ onderwijs in 1 Korintiërs 12. Tenslotte spreekt Paulus over lichaamsdelen die van elkaar verschillen. Het oog en de hand bijvoorbeeld. Wat een verschil. Helemaal als je bedenkt waar ze voor staan. Inzicht aan de ene kant en handelen aan de andere kant. Hetzelfde geldt voor het andere tweetal lichaamsdelen: het hoofd en de voet. Dat staat voor theologische bezinning aan de ene kant en in actie komen aan de andere kant. Ze staan voor verschillende soorten christenen. Denkers en doeners. Misschien ook wel voor ‘mystiek’ en ‘scholastiek.’ En ja, wat kunnen die elkaar in de weg zitten en wat kunnen die elkaar soms moeilijk verdragen. Je kunt erop wachten dat daar ruzie uit voortkomt en dat daar verwijdering optreedt en wegen uit elkaar gaan. Maar Johannes Paulus II spreekt over twee dezelfde organen: twee longen.

Interessant om na te denken over de vraag waarom hij juist de longen noemde. Niet onwaarschijnlijk zinspeelt de paus hiermee op het oude geschil tussen Oost en West over de vraag of de Geest alleen van de Vader of ook van de Zoon is uitgegaan. (Filioque), één van de twistpunten die een rol hebben gespeeld in de uiteindelijke scheuring in 1054. Dan zou het beeld van de beide longen staan voor de beide standpunten, het al of niet instemmen met de leer van het filioque. De long is dan symbool van het inademen van leven en adem die je van de Geest ontvangt. Dan zou Johannes Paulus II hiermee heel het vraagstuk van het filioque hebben willen parkeren. Hij laat de theologische discussie voor wat die was en hij richt de aandacht op waar het tenslotte om gaat in de gemeente van Christus: niet het twisten over de Geest, maar het leven door de Geest.

Dat is waar zowel de Oosterse als de Westerse kerken het van moeten hebben en waarin ze elkaar ook heel hard nodig hebben. Hoe kun je ooit rechtvaardigen dat de ene long tegen de andere zou zeggen: ik heb jou niet nodig. Is dit ook niet wat Paulus wil zeggen in 1 Korintiërs 12:4-7: ‘Er is maar één Geest … En in iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.’ Laten we als christenen dat bij elkaar opmerken. Dan ontstaat bereidheid om theologische discussiepunten liever onopgelost te laten dan elkaar één visie bindend op te leggen.

Dat brengt ons bij het punt waar Paulus in zijn brief aan de Korintiërs tenslotte naartoe wil: de onderlinge verschillen in gaven van de Geest,  waardoor we op elkaar aangewezen zijn. Mystici en scholastici, tongentaal en profetie. Dat is één ding. Maar, zegt Paulus, ik wijs u een weg die nog voortreffelijker is: de weg van de liefde, de meeste van de gaven van de Geest. Daarmee worden tegenstellingen niet opgelost, maar wel overwonnen! Indrukwekkend zoals de apostel Paulus in zijn zorg voor de gemeente van Korinte meewerkt aan de verhoring van het gebed van zijn Heiland: ‘Laat hen allen één zijn, Vader! Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft, dat U Mij hebt gezonden!’

Laat dit hartstochtelijk bidden van Jezus tot je doordringen. Dat zeg ik in het bijzonder tegen u die door de kerken geroepen bent om in de gezamenlijke synode en landelijke vergadering de belangen van Christus en zijn kerk te dienen. U mag bijdragen aan onderlinge vrede en recht en een gezond kerkelijk leven. U  mag heilzame regels vaststellen voor het samenleven als kerken van Christus en haar leden, en bijdragen aan de ontwikkeling van visie en strategie.

Aanvaard elkaar als afgevaardigden, niet alleen als je het hartelijk met elkaar eens bent. Aanvaard elkaar ook niet alleen uit oogpunt van functionaliteit als dalende ledentallen en kerkelijke financiën. Nee, omarm elkaar met de liefde van Christus, als leden van zijn lichaam, ook als je sterk van inzicht verschilt, of als de één typisch een oog is en de ander typisch een hand, de één typisch een hoofd en de ander een voet. Laten de doeners de denkers respecteren, de denkers de doeners en de profeten hen die in tongen spreken. Verwonder je dankbaar over elkaars gaven van de Geest en doe er gezamenlijk je winst mee!

Daarbij denk ik ook, dat zult u begrijpen, aan de gezamenlijke vergaderingen van de landelijke vergadering en de generale synode. Sluit voor alles samen je ogen en vouw je handen om te luisteren naar Jezus’ Hogepriesterlijke gebed. En zeg Amen. Wat mogen er dan prachtige dingen gebeuren. Zoveel meer dan alleen nog wat zaken afwerken, dan nog net op tijd je gelijk halen in theologische discussies en de laatste hand leggen aan de hereniging van onze beide kerken. Nee, dan neemt de Geest het voortouw. Dan mag uw vergadering een rol spelen in Christus’ mondiale kerkvergadering, eraan bijdragen dat de wereld haar zicht op de katholieke kerk bijstelt, het evangelie omarmt en Jezus erkent als de geliefde Zoon van God. Wat een voorrecht om daaraan als synode en landelijke vergadering te mogen bijdragen. Twee longen die samen de liefde inademen die de Geest hun geeft, samen bijdragen aan de verhoring van Jezus gebed in Getsemane. Zo trouw is God! Zijn plannen falen niet! Het werk der eeuwen dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.

Amen

Liturgie:

Votum en zegengroet van Sela
Zingen Liedboek 2013 lied 705:1-4
Gebed
Lezen 1 Korintiërs 1:10-13
Lezen 1 Korintiërs 12:4-7; 20-21; 31
Zingen Liedboek 2013 lied 672:2, 3
Preek over Johannes 17:21-23
Zingen Gereformeerd Kerkboek 2017 gezang 250:1-3
Zingen Apostolische geloofsbelijdenis
Gebed
Collecte
Zingen Gereformeerd Kerkboek 2017 gezang 185:1-4

Zegen